Artikelen

ONT-WORDEN OM TE WORDEN WIE JE BENT       William Yang

Ontworden

De term ‘ont-worden’ is ontleend aan het werk van de Duitse mysticus Meister Eckhart. Bij hem betekende dit ‘ont-worden’ het loslaten van elk idee dat men over God heeft en dienst doet om inhoud en richting te geven aan een vroom en religieus leven. Eckhart ging daarin heel ver en drong er bij zijn toehoorders op aan om alles wat ze in god als groot, goed, almachtig, liefdevol, etc. zien los te laten. Het prijsgeven van alle kwaliteiten en positieve eigenschappen die god worden toegedicht was volgens Eckhart de ultieme spirituele uitdaging om in contact te komen met de realiteit van wat hij de ‘godheid’ noemde die voorbij ieder godsbeeld is.[1]

Mensen die geconfronteerd worden met een levensbedreigende ziekte zoals bijvoorbeeld kanker moeten vaak ook elk idee en ieder beeld dat zij over het leven hebben loslaten. Alles wat in het leven goed, zinvol en de moeite waard was moet worden prijsgegeven. Dit is voor hen geen religieuze oefening die betrekking heeft op een god of een godheid, maar een worsteling met de realiteit van het leven zelf. Wat blijft er van het leven over als alles wat het leven zinvol en levenswaard maakt weggevallen lijkt? Wat blijft er van jezelf over als bij de diagnose van een levensbedreigende ziekte de grond onder je voeten weg is gezakt en alle doelen en levensprojecten die je nastreefde onhoudbaar en illusoir blijken? Ook voor deze mensen is het een ultieme spirituele uitdaging om het contact aan te gaan met de realiteit van het leven zelf in al zijn kwetsbaarheid, vergankelijkheid en eindigheid.

Bij het horen van een dergelijke diagnose voelen velen zich bedrogen door het leven en raken boos, verbitterd en wanhopig. Sommigen weten dat statistisch gezien één op de drie mensen kanker krijgt,  maar zijn toch tot op het bot geschokt dat het nu hen overkomt. Anderen klampen zich vast aan een laatste strohalm en eisen een second opinion, een experimentele behandeling of zoeken een alternatief traject. Weer anderen beseffen dat zij zich nergens aan vast kunnen klampen en vallen ‘op de bodem van het niets’.[2] Plotseling bevinden zij zich in de ‘donkere nacht van de ziel’ waar Johannes van het Kruis over schrijft. Zo zegt een man toen hij hoorde dat hij longkanker had: “Het maakte niks meer uit. . . De boodschap was te groot. Ik wist dat ik doodging. Longkanker! Dood vogeltje! Het was te veel, het is niet te bevatten. Het is een . . . doodvonnis, onherroepelijk. Ik was total loss, flabbergasted. Helemaal geen emoties! Het was helemaal uitgeschakeld.”

[1] Uit: F. Maas, Van god houden als van niemand – preken van Eckhart, preek 17, (Haarlem: Gottmer, 1975), 108

[2] Uitdrukking is ontleend aan: H.Blommenstijn (red.), Tot op de bodem van het niets – Mystiek in tijd van oorlog en crisis, (Kampen: Kok, Averbode: Altiora, 1991)

 

 

© William Yang - Website door WEN Kunst Webdesign & Stan Derksen